Skip to main content

Begin juli kwamen er ongeveer 25 geïnteresseerde bewoners naar de voorlichting over de te bouwen ZonneparkeerplaSteeds meer elektriciteit wordt lokaal opgewekt. Dat gebeurt grotendeels via zonnepanelen op particuliere huizen. En er wordt steeds meer elektriciteit gebruikt, want we willen af van het gas; dus we koken en verwarmen meer en meer elektrisch en rijden steeds meer elektrisch. Er is dus meer lokale elektriciteit beschikbaar en we gebruiken steeds meer. Het grote probleem is dat de momenten waarop we veel opwekken (zomer, overdag) juist niet de momenten zijn waarop we veel gebruiken (winter, hele dag).

Dat lossen we nu op door de opgewekte stroom in het net te stoppen, en er weer uit te halen als we het nodig hebben. We gebruiken het net dus als supergrote batterij. Dat kan omdat we tot nu toe mogen salderen: we trekken wat we in het net stoppen af van wat we gebruiken en betalen alleen het saldo. Dit geeft een enorme – en nog groeiende – belasting van het stroomnet en draagt bij aan de lokale netcongestie. Hilversum is nu (samen met netbeheerder Liander) druk bezig met het plaatsen van honderden trafohuisjes. Dat is een ‘oude’ oplossing voor een nieuw vraagstuk. En nog duur ook.

Opslag van energie: energie van zomer naar winter verplaatsen

Een andere aanpak is om op lokaal opgewekte stroom ook zoveel mogelijk lokaal te gebruiken. Ofwel om op buurtniveau de eigen energie eerst te gebruiken, voordat er energie van buiten wordt gebruikt. Dat vergt vooral veel energie-opslag. En wel zodanig dat niet alleen van dag naar nacht van week naar weekend wordt overbrugd, maar juist ook van zomer naar winter. Dat lukt alleen met een creatieve organisatie van energie-opslag: hiervoor zijn meerdere vormen van opslag nodig die goed op elkaar zijn afgestemd. Het gaat dan om opslag van elektriciteit in batterijen (thuis en in de wijk), in elektrische auto’s en in warmte-opslag.

Een optimaal en betaalbaar lokaal energiesysteem

Vivek Vats, master student aan de TU Delft, heeft op verzoek van HET onderzoek gedaan naar de technische en financiële opzet van zo’n lokaal energiesysteem. Hij deed dit op basis van bestaande energiegegevens van de gemeente en van specifiek door HET verzamelde aanvullende informatie. Vats heeft een ontwerp gemaakt voor een buurt in Hilversum Zuid, de Staatsliedenbuurt-Oost, en daarbinnen een blok huizen. Daarbij is uitgegaan van de huidige situatie en is een vooruitblik gemaakt voor 2030.

Het ontworpen systeem bestaat uit een combinatie van een collectieve warmtebuffer, een buurtbatterij en warmtepompen, die worden gevoed door de zonnepanelen op de 29 huizen. Het aantal zonnepanelen moet dan wel toenemen van de huidige 63 kWp naar 121 kWp: ofwel van 2,1 kWp per huis nu (6 panelen) naar 12 panelen per huis. Het optimale systeem geeft een energie-onafhankelijkheid van 50%, tegen haalbare invoerings- en exploitatiekosten. Door de zonne-energie niet meer af te voeren naar het net scheelt het straks voor de bewoners met zonnepanelen fors in de terugleverkosten.

Wat vinden bewoners hiervan?

HET heeft apart onderzoek gedaan in de wijk naar de beleving van zo’n systeem door de bewoners. De reacties op een vragenlijst onder de 546 huishoudens (waarvan 13,5% reageerde, 74 huishoudens) geven een overwegend positieve houding aan van de bewoners. Zij zien graag dat ‘hun’ energie in de wijk blijft, zijn voorstander van opslag en van de opzet van een lokaal energieststeem. Wel zijn er – logische – vragen over de haalbaarheid ervan; veel van de technieken moeten nog verder ontwikkeld worden. Maar de voornaamste vragen liggen op het vlak van het organiseren van zo’n systeem. We zijn erg gewend aan totale onafhankelijkheid als huishouden en vrije keuze van energieleverancier. Samenwerken als wijk vergt afstemming, onderlinge uitwisseling en het nemen van gezamenlijke besluiten. Dat is niet eenvoudig, leert de ervaring die velen hebben met VvE’s. Ook is het niveau van professionele expertise om zo’n wijksysteem op te tuigen en te beheren een punt van zorg.

Hoe nu verder? Plannen voor een vervolg-pilot, samen met de wijk

Hoewel het gedachtengoed dus op veel steun kan rekenen, is vooral de organisatie ervan een uitdaging. Die uitdaging gaan we graag aan, in de vorm van verdere uitwerking van het technisch ontwerp, de economische haalbaarheid en financierbaarheid ervan en de vormgeving in samenwerking met de bewoners. De aanpak van zo’n ontwerp-pilot is al in eerste uitwerking gemaakt. Ook wil de wijk daarin graag meedenken. Op basis van een terugkoppeling van het onderzoek naar de deelnemers is een klankbordgroep van 8 buurtbewoners gevormd. Deze groep wil zijn wijkkennis en ervaringsdeskundigheid graag inzetten voor het verder helpen van de lokale energietransitie.

Op maandag 15 september van 12.45 – 17.00 uur organiseert FLEXINet o.l.v. TU Delft/DCE&S een bijeenkomst over Slimme Wijkenergiesystemen in de Bethlehemkerk.

Geïnteresseerd? Klik hier